bongerd groote veen
Bongerd Groote Veen
Perenspinselbladwesp
(Neurotoma saltuum L.)
Perenspinselbladwesp De vliegtijd van de ongeveer 11 tot 14 mm. lange vuilgele mannetjes en blauwzwarte vrouwtjes waarvan het achterste gedeelte gevlekt is, liggen in de maanden mei en juni. De eieren worden in groepen van 30 tot 60 stuks in rijen aan de onderkant van het blad gelegd. Een vrouwtje kan ongeveer 200 eieren leggen. Na ruim een week komen de jonge larven uit. In de maanden juni tot augustus vreten de rupsen de bladeren kaal. De volwassen rupsen overwinteren in een cocon in de grond. Vanaf mei begint de verpopping en de vlieg gaat weer eieren leggen.

Vanaf juni tot aan augustus kunnen er aan de perenbomen (ook meidoorn) bruingele met mestkorrels doordrenkte spinsels gevonden worden. De spinsels omvatten een aantal bladeren die door de vuildonkergele bladrupsen kaal gevreten worden. De nerven laten ze grotendeels staan. Als de larven de bladeren kaal hebben wordt er een eindje verder een nieuw spinsel gemaakt. Een larven kolonie kan 6 spinselnesten aanleggen. Het spinsel heeft een grootte van ongeveer 15 cm.

De larven donkergeel tot een zweem van oranje met een zwarte kop. Ze zijn ongeveer 2 cm. lang en hebben 3 paar borstbenen voor en 1 paar achter poten.

vuildonkergele bladrupsen Het spinsel heeft een grootte van ongeveer 15 cm
Het spinsel heeft een grootte van ongeveer 15 cm Het spinsel heeft een grootte van ongeveer 15 cm
Bestrijding
Wanneer er eind april met DimilinĀ®M is gespoten tegen de wintervlinder enz. is door de lange werkingsduur van DimilinĀ®M voldoende bescherming om de Perenspinselbladwesp te bestrijden.
Brongegevens
  • Kernobst blz. 213, 50, 74, 215.
  • Franckenhuizen blz. 111
22.05.2011