Boomsoort: |
Appelboom. |
Originele naam:
Syden Hempje |
Synoniemen:
- Roode Poom.
- Jerusalems Appel.
- Rode Duivenappel (Serrurier, 1, pag. 87)
- Winter Zijden Hemdje (Overijssel).
- Coeur de Pigeon.
- Duivenappel.
- Lekkerbeetje (Noord Holland).
- Mandel Apfel.
- Rother Winter Tauben Apfel.
- Marienhemdchen.
- Pomme de Jerusalem.
- Buschnettchen.
- Königlicher Taubling.
- Mandel Täubchen.
- Pigeon.
- Schönnettchen. (Saksen)
- Pigeon Rouge.
|
Herkomst:
Engeland, uit het dorp Sydenham (Devonshire) dat bekend was om zijn appelteelt.
Syden Hempje is dan ook een verbastering van Sydenham. Een zeer oud ras die al
in 1740 wordt beschreven. |
Vrucht: |
|
plukrijp: |
oktober. |
consumptierijp: |
november tot maart. |
afmetingen: |
vorm altijd regelmatig, zeer zelden iets lager dan de afbeelding in de Nederlandsche Boomgaard afb. 76
a, b, c. Op wilde appel geënt dan blijft de vrucht kleiner dan de afbeelding. |
kelkholte: |
ondiep met kleine vleesknobbeltjes omgeven holte. |
kelk: |
gesloten, lang en spitsbladerig. Bij kleinere en van boven spitsere vruchten vaak op de vrucht geplaatst. |
steelholte: |
vrij diep en nauw, meestal groen soms ook met een dunne grauwe straalvormige beroesting. |
steel: |
dikte 2 tot 2,5 mm. Dun houtachtig, bruin. |
schil: |
zeer fijn, glad, met fijne lenticellen die witte kringetjes zijn omgeven. |
grondkleur: |
|
dekkleur: |
helder rood, soms met donkere vlammen. |
vruchtvlees: |
wit, met geel groene aders om het klokhuis. Fijn, vrij zacht, zeer saprijk. Aroma doet aan anijs / amandel
denken. Aangenaam verfrissende smaak. |
klokhuis: |
betrekkelijk groot, met grote cellen. De talrijke pitten zijn een beetje bitter en koffiebruin. |
|
Gevoelig voor: |
Oogst: |
Bewaren: |
Gebruik:
Eerste klas fruit, voor elk doel. Behalve om te drogen. |
Boom:
De boom groeit matig, vormt een mooie piramide, maar een minder mooie kroon. De
twijgen zijn slank en olijfkleurig lichtbruin met fijne stippen. De knoppen zijn
dik en verheven geplaatst. De scheuten zijn levendig bruin met groen en met fijne
wol bedekt. De bladstelen zijn dun, de bladeren eivormig, spits, enigszins opgebogen,
zeer regelmatig en ondiep getand. |
Bloei: |
Opbrengst: |
Gelijke bloeiers: |
Bevruchters:
- Alkmene.
- Beauty of Bath.
- Discovery.
- Manks Codlin.
- Perzikrode Zomerappel.
- Stark's Earliest.
- Yellow Transparent.
- Zigeunerin.
|
Boomvorm:
Voor alle vormen aan te bevelen, vooral als dwerg, piramide en leiboom op paradijsstam. |
Groei:
N.B. de geplaatste grafiek heeft betrekking op Bongerd Groote Veen,
groei van bomen is sterk afhankelijk van plaatselijke omstandigheden! |
Onderstam: |
Weerstandsvermogen: |
Standplaats: |
Teeltwaarde:
De vrucht was zo algemeen bekend en bemind dat ze geen verdere aanbeveling nodig
had. |
Gelijkende vruchten:
- Pigeon Blanc.
- Blanke Poom.
|
Snoeien: |
Oorzaak
van verdwijnen: |
Plantadvies:
Liefhebberssoort, meer pomologisch en landschappelijk interessant en minder geschikt
voor de consumptie. |
Diversen:
Komt voor op de rassenlijst voor appels in Drenthe. De boom moet gedund worden, met het doel beter ontwikkelde vruchten, voorkomen van beurtjaren, behoud
van de boomvorm. |
Brongegevens:
- De Nederlandsche Boomgaard (1868)
- Oude Fruitrassen in Noord-Nederland. J. Veel & J. Woltema.
|
|
22.10.2009
|