|
Bobbels en bulten, ingevallen plekken en totaal misvormde peren kenmerken de virusaandoening Stenigheid, ook wel Stony Pit genoemd. Eerst denkt men nog aan zuigende luizen of wantsen, wat eigenlijk wel logisch is omdat ze dezelfde symptomen hebben. Echter als de peer meer volgroeid is neemt de vervorming een zodanige omvang aan dat alleen Stenigheid dit kan veroorzaken.
Stenigheid of wantsen- en luizenschade
Het is een normaal verschijnsel dat bij peren rondom het klokhuis cellen voorkomen die een harde wand hebben. De aanwezigheid van deze steencellen, zoals ze genoemd worden, hebben toch een andere oorzaak dan de steencellen die veroorzaakt zijn door de virus Stenigheid.
De door Stenigheid aangetaste peren bevatten groepjes harde steencellen ter grootte van een kersenpit en hebben een bobbelig misvormd uiterlijk. De verschijnselen zijn vaak moeilijk te onderscheiden van de zuigschade van wantsen. Bij wantsen- en luizenschade ontstaan meestal dode plekjes en inzinkingen op de plaatsen waar gezogen is, doch er bevinden zich geen bruine groepen van steencellen in het binnenste van de vruchten. Wantsen- en luizenschade blijft meestal beperkt tot een klein aantal vruchten per boom, terwijl bij Stenigheid een hoog percentage vruchten aan een met virus besmette boom voorkomt. Voorts komt Stenigheid meestal jaar op jaar bij dezelfde bomen voor. De mate van optreden en de heftigheid van de symptomen kunnen van jaar tot jaar sterk verschillen.
Bij vatbare perensoorten verschijnen de eerste symptomen al aan de, in hazelnoot verkerende stadium, jonge vruchten. Bij de mindere vatbare soorten treedt de virus Stenigheid later op. Hoe vroeger de verschijnselen zich voordoen des te meer de vruchten bultig worden en gaan misvormen.
Als eerste verschijnen op de schil donkergroene ronde plekjes. Op deze plaatsen blijft de dikte groei sterk achter. Hierdoor ontstaan de misvormingen en steenachtige cellen op die plaatsen.
Om de oorzaak van de schade vast te stellen is het belangrijk dat de peren onbeschadigd zijn. Bevindt zich in de inzinkingen kurkachtige plekken dan is de vervorming ontstaan door wantsen en luizen die het sap uit de sapstroom hebben leeg gezogen en daar door is de groei op die plekken achter gebleven.
De door Stenigheid beschadigde vruchtvlees is licht tot donker bruin gekleurd. Deze plekken met steencellen geven de vruchten een zeer onsmakelijk karakter, mede doordat de minerale samenstelling en het suiker- en zuurgehalte van de vruchten afwijken t.o.v. gezonde peren.
Verspreiding door enten
De ziekte die in 1939 voor het eerst duidlijk is beschreven, kwam een aantal jaren geleden vrij algemeen in Nederland voor, evenals in vele andere landen waar peren geteeld worden. Stenigheid kan bij zeer veel verschillende rassen voorkomen. Natuurlijke verspreiding, anders dan door enten, is nooit met zekerheid vastgesteld. Evenmin zijn herinfecties in virusvrije aanplantingen gevonden. Het omenten van besmette bomen leveren niet altijd een gunstig resultaat op, de vruchten van de “verjongde” boom leveren vaak hetzelfde resultaat op. Men krijgt de indruk dat er van de onderstam of de standplaats een invloed uitgaat die de virus veroorzaakt.
Onderzoek
Het is lange tijd onbekend geweest welk soort virus de oorzaak van Stenigheid was. Pas in 1985 slaagde men erin om uit aangetaste bomen het virus over te brengen naar de tabaksplant Nicotiana occidentalis.
Bij vervolgonderzoek bleek dat dit virus voorkwam in alle tot nu toe onderzochte bomen met stenige vruchten. Die resultaten vormen een sterke aanwijzing dat het gevonden virus inderdaad de oorzaak is van Stenigheid.
Het sluitende bewijs is nog niet geleverd, omdat het nog niet gelukt is het virus van de tabak terug te brengen naar de peer.
|