bongerd groote veen
Bongerd Groote Veen
Pseudomonas
(Pseudomonas syringea)
pruimen Het gaat slecht met mijn pruimenboom.
Het begon allemaal zo goed in het voorjaar. De pruimenboom bloeide uitbundig, zat goed in het blad en de vruchtzetting was royaal. De zomer was nog maar amper begonnen of er kwam een kentering. De vruchten groeiden slecht, vlekken op de bladeren die later gaatjes vormden, ingezonken plekken in de bast, de bast springt open met daaronder dood weefsel, blaadjes vergelen en de jonge vruchten worden snel noodrijp. Kommer en kwel, dat luistert naar de naam Pseudomonas syringea of naar zijn familie Pseudomonas morsprunorum.
Deze twee bacteriesoorten Pseudomonas syringea en Pseudomonas morsprunorum komen wereldwijd in grote hoeveelheden voor. Ze veroorzaken de belangrijkste bacterieziekte aan steenfruit, zoals pruimen, kersen, abrikozen en perziken en wordt bacteriekanker genoemd. Ook op appel en peer komen deze aandoeningen voor als scheut- , vruchtknop- en bloesemsterfte.

Ziektebeeld.
Het zijn vooral de jongere en sterk groeiende bomen die extra vatbaar zijn voor bacteriekanker. De belangrijkste symptomen zijn:

  • In de voorzomer begint het blad te verwelken en geel te kleuren, dit proces voltrekt zich in enkele dagen. Het kan een enkele tak zijn of de gehele boom.
  • Het blad kan worden aangetast. Kleine lichtgroene vlekjes met een diameter van 1 tot 2 mm, omgeven met een geel tot rode smalle rand. Later vallen deze aangetaste plekjes, na bruine of zwarte verkleuring, eruit en ontstaan gaatjes. Verwar het uiterlijk niet met hagelschotziekte.
  • De jonge vruchten volgroeien niet, vervormen en worden noodrijp.
  • Bloemknoppen sterven af of bloeien nog zeer korte tijd en sterven af.
  • Men vindt ingezonken plekken op de stam en gesteltakken, vaak met een paars-rode gloed. Wanneer men op deze plekken klopt klinkt er een hol geluid. Onder deze ingezonken plekken is het houtweefsel roodbruin verkleurd en vergaan.
  • Open gescheurde bast met perkamentachtige vellen, het donkerbruine dode weefsel wordt zichtbaar.
  • Op de ingezonken plekken en bij de grotere snoeiwonden treedt dikwijls gomvorming op.
  • De onderstam blijft over het algemeen gezond en produceert extra opslag.
  • De stam en gesteltakken krijgen een wat hoekig en kantig uiterlijk door de ingezonken plekken en de strak gespannen bast.
  • Ten slotte sterft één of meerdere takken of totale sterfte van de gehele boom. Ook dit proces kan zich in enkele dagen voltrekken.
    grote vorstscheur
    kleine vorstscheur
    Besmetting in de winter.
    In de natte herfst maar vooral in de vochtige zachte winter vindt de infectie plaats. De winterperiode is voor de vruchtboom een rustperiode waarbij de sapstroom op een “laag pitje” staat, maar ook het afweermechanisme tegen ziekten en bacteriële besmettingen liggen daardoor op een laag niveau. Ideale omstandigheden voor de bacterie om zich voort te planten en zich verder te verspreiden. Temeer omdat de bacterie zich thuis voelt in deze winterse en vooral vochtige omstandigheden. De Pseudomonas bacterie infecteert de boom via het blad en stambeschadigingen. De beschadigingen kunnen als volgt ontstaan: Zonnebrand. Hoewel zonnebrand heel andere associaties oproept gaat het toch om een felle zon aan een strakke blauwe hemel bij vorstig winterweer. De donker gekleurde vruchtboom absorbeert gemakkelijk de warmtestralen van de winterzon, die door zijn korte golflengte (magnetroneffect) diep door dringen. Het onderlinge temperatuurverschil in de boom, bij dit weertype, kan oplopen tot een 25-30°C. Aan de zuid / zuidwestkant van de boom loopt de temperatuur al snel op tot een 20°C. terwijl aan de noordelijke schaduwkant een matige vorst heerst van -5 °C. Het gevolg van de winterzon is dat het weefsel gedeeltelijk gaat ontdooien. Na zonsondergang of plotselinge schaduw zal er opnieuw een snelle bevriezing optreden. De cellen kunnen door deze snelle temperatuurwisselingen de vochtbalans niet op peil houden waardoor inwendige ijskristal-vorming tussen en in de cellen plaats vindt. Gevolg hiervan is dat het cambium en het celweefsel afsterven en dode plekken en beschadigingen in de bast veroorzaken.
    Kleine vorstscheuren.
    Vorstscheuren zijn verticale scheuren die de bast beschadigen omdat het hout van de vruchtboom niet overal in dezelfde mate uitzet en krimpt wanneer de temperaturen heftig schommelen.
    Grote vorstscheuren.
    Grote vorstscheuren ontstaan door bevriezing van water wat tussen het cambium en het hout zit en dat afkomstig is van de niet bevroren boomwortels.

    boom1 boom 2

    Besmetting in het voorjaar.
    De schade die in de herfst en winterperiode is aangericht is in het voorjaar pas duidelijk te zien. In het voorjaar vindt een verdere aantasting van bloei, jonge loten en vruchten plaats. De bacterie leeft in de zomer voort op de bladeren. Infecties via het blad ontstaan ook, net als bij de stam, door beschadigingen en wonden bij de bladnerven, bladvlekken en scheurtjes in het blad. Hoge luchtvochtigheid en een temperatuur van 23-28°C bevordert het besmettingsverloop.
    Voorkomen.
    Het bestrijden van de ziekte ligt met nadruk op het voorkomen van de aandoening. De “medicijnkast” brengt geen uitkomst. Koperhoudende preparaten, in Nederland uit de handel genomen, leveren een lichte verbetering op maar beslist niet voldoende. Schimmelwerende middelen, fungiciden, kunnen infecties via het blad wat intomen echter ook dit is onvoldoende. De volgende maatregelen zijn gericht om een vitale boom te verkrijgen en stressfactoren zoals droogte, wateroverlast en hoge mestgiften uit te schakelen. Vitale bomen bieden meer weerstand tegen de aantasting en hebben een grotere kans om te overleven. Belangrijke maatregelen om aantasting te voorkomen:
    • Kalk de stammen wit om vorst- en zonnebrandscheuren te voorkomen.
    • Zorg voor een goede ontwatering.
    • Geef geen stikstof bemestingen meer na eind juni, zodat de jonge scheuten goed kunnen verhouten en winterhard worden.
    • Snoeiwerkzaamheden uitvoeren in een droge zomerperiode. De wonden groeien dan snel dicht, infecties hebben dan minder kans.
    • Extra zorg voor de boom door het afdekken van de boomspiegel met een laag organisch mulchmateriaal voor een constante vochthuishouding.
    • Bomen die lang doorgroeien zijn extra gevoelig voor vorstschade omdat ze niet kunnen afharden. Bemest de boom daarom vroeg in het voorjaar, ook kalk- en bladbemesting is aan te raden.
    • Verwijder aantastingen bij droog zomerweer, en dek ze af met een kankerwerend wondmiddel. Ook mechanische beschadigingen, b.v. door het maaien, afdekken.
    • Zorg voor goed doorlatende grond, verdichte gronden en natte plekken bevorderen de aantasting.
    22.05.2011