|
Perenringworm
Synoniem: Perenprachtkever.
Latijn: Agrilus sinuatus (Olivier) |
|
Perenringworm
De kever is ongeveer 10 mm. lang en is aan de bovenkant kopermetallic van kleur.
In het voorjaar tot aan de zomer kan de kleur variëren van groen tot purperroodmetallic.
De perenprachtkever heeft in het Nederlandse klimaat een tweejarige levenscyclus.
Na de rijpingsvreterij aan de bladeren worden de eieren, half juni, in de schorsspleten
van de jonge bomen gelegt. De eitjes worden afgezet aan de schaduwkant van de
boom om uitdroging te voorkomen. Na het uitkomen van de larven boren ze zich meteen
in het hout. Er worden daarbij zig-zag-gangen in het cambium en de bast geboord.
De gangen kunnen een lengte bereiken van meer dan een meter. De gangen bevinden
zich meestal aan de noordzijde van de boom. De gangen doorsnijden de assimilatiestroom
waardoor er schade aan de boom optreed.
De larven hebben een brede beitelvormige kop en een sterk gesegmenteerd (geleed)
lichaam, zijn geelwit van kleur, pootloos, zacht, en ovaal van vorm.Het eerste
jaar wordt de larve ongeveer 10mm. lang. Na de eerste overwintering begint de
larve aan een tweede boorgang. In het voorjaar van het tweede jaar is de larve
volwassen en ongeveer 25 mm. lang. Bij het ouder worden van de larve worden de
gangen breder en minder hoekig. Voor dat de larve zich gaat verpoppen heeft de
larve een prépop-larvestadium. Hij is dan weer kleiner , 10 tot 14 mm, dan de
actieve vretende larve. De larve is dan sterk ineengedrongen en niet zo ovaal
meer. Voor het verpoppen maakt de larve een "poppenwieg"; een holle ruimte van
11 tot 16 mm. lang, 2 mm. breed en ongeveer 15 mm. diep. De schors in de omgeving
van de "poppenwieg" wordt groenachtig grijs. Het popstadium duurt 3 tot 5 weken.
De kevers blijven na de verpopping meestal nog enige tijd in de tak of stam zitten.
De laatste jaren is deze plaag sterk toegenomen. De oorzaak is dat de kever
tot de familie van de Buprestidea behoord. Deze keverfamilie zijn echte zonneaanbidders
en houden van veel warmte. Het zijn dan ook de mooie Nederlandse zomers geweest
die de perenprachtkever naar ons land hebben gelokt. Bij temperaturen beneden
de 17ºC. zijn de kevers niet actief. De meeste activiteiten ontstaan in de middag
rondom de 25 ºC. Een klopmonster nemen kan het beste `s morgens gebeuren. De kevers
zitten meestal boven in de bomen om zoveel mogelijk van de zon te genieten. |
Schadebeeld
Meestal komt de Perenringworm of Perenprachtkever voor in perenbomen, maar in
appelbomen, Meidoorn, Lijsterbes, Mispel en Hagedoorn is zij geen zeldzaamheid.
- De kruin van de boom wordt dor, gevolgd door afsterven van de boom.
- Zwakke uitlopers.
- Dunnere takken zijn vaak gekruld.
- Kleine vruchten (50% van de grootte) vallen vroegtijdig af.
- Algen op het hout verdwijnen.
- De schors vertoont scheuren en barsten en wordt donker van kleur.
- De schors is plaatselijk ingezonken, de ingezonken plekken lijken enigszins op die van bacterievuur.
- Onder de schors bevinden zich "zigzaggende" geboorde gangen.
- Duidelijk herkenbare halve-maanvormige vlieggaatjes, aan de zuid zuidwest (warme) zijde van de boom.
- De bladeren verkleuren vroegtijdig en blijven te klein, en kleuren geel tot blauwgroen.
- Het blad vertoont onregelmatige rijpingsvraat aan de randen, half juni.
|
|
Bestrijding
De perenprachtkever is alleen als kever te bestrijden. Zodra de kevers vliegen,
bij warm weer in de periode juni/juli, afhankelijk van de zwaarte van de aantasting
en het vluchtverloop, enkele bestrijdingen uitvoeren met Carbaryl (1 kg. per ha.)
of Decis. Wanneer één of meer bespuitingen heeft plaats gevonden dan verder niet
meer met andere roofwants-dodende middelen spuiten. Het middel Carbaryl is in
Nederland tijdelijk weer toegelaten. |
|
Ongewenste
hulp
De Noord-Hollandse Suikerpeer in de bongerd is nogal stevig aangetast door de
perenringworm.
We hebben het niet kunnen waarnemen, maar vermoedelijk heeft een specht een handje
(snaveltje) geholpen naar het zoeken van de larven.
Echt blij zijn we er niet mee. De gaten staan met elkaar in een open verbinding.
Tussen de gaten is de cambiumlaag in tact gebleven. Let ook op de snavelpunt afdrukken
boven de gaten, er is driftig gezocht naar holle boorgangen van de larven. |
|
Gevoelige rassen
- Fondante de Charneu.
- Giesser Wildeman.
- Oomskinderpeer.
- Jut.
- Beurré Alexander Lucas.
|
Brongegevens:
- Kernobst blz. 228.
- Leerboek der fruitteelt.
- Geïntegreerde gewasbescherming.
- Fruitteelt. NFO.
- Ziektenbestrijding in de Fruitteelt
- Nuttige en schadelijke insecten.
|
|
22.05.2011
|
|