Heksenbezemziekte
|
Synoniemen:
- Fytoplasmenziekte
- Proliferatieziekte.
- Apfeltriebsucht. (D)
- Apple Proliferation Phytoplasma. (Eng.)
- Prolifération du pommier. (Fr.)
|
Het virus heksenbezemziekte
bij appels komt in Nederland relatief weinig voor, en heeft voor de fruitteelt
praktisch geen betekenis. Deze geruststellende zinsnede stamt uit 1977, mededeling
nr.16 van het Proefstation voor de Fruitteelt. In de periode 1997 - 2000 steekt
de ziekte steeds vaker de kop weer op, onder ander in de provincies Limburg en
Noord-Brabant. Hier zijn de geïnfecteerde alsmede de omliggende bomen gerooid.
Na het rooien hebben op deze percelen zich geen nieuwe ziektegevallen meer voor
gedaan. In het najaar van 2000 zijn er vele percelen in Zuid Duitsland en in Noord
Italië (Trentino, percelen met Golden Dilicious) met de heksenbezemziekte geïnfecteerd.
Gezien deze vervelende ontwikkeling is het belangrijk om het virus te herkennen
tijdens een visuele inspectie in de boomgaard. |
Ziektebeelden:
- Bossige groei van waterloten en 1 jarige scheuten.
- Aanzienlijk kleinere en platte vruchten.
- Vruchten zijn minder gekleurd.
- Vruchten zijn geheel zonder smaak.
- Suiker en zuurgehalte van de vruchten zijn lager.
- Sterk verminderde vrucht opbrengst.
- Vruchten rijpen niet af.
- De nevenbladeren van het blad zijn sterk vergroot en getand, en blijven
zitten na bladval.
- De bladeren kleuren in het begin lichtgroen
- Bladeren worden in de nazomer geel of rood van kleur.
- Stelen worden extra lang.
|
|
De oorzaak van de heksenbezemziekte
is een aantasting door Fytoplasmen, een myco-organisme met een membraan en zonder
celwanden die alleen onder een microscoop zichtbaar zijn. De verborgen - en zijogen
van het bovenste gedeelte van 1 jarige scheuten geven aanleiding tot talrijke
en vroegtijdige korte recht opgroeiende scheutjes en ze vormen een bossig geheel
wat aan een heksenbezem doet denken.
Aan de basis van de 1 jarige
scheuten zijn de nevenbladeren van het blad sterk vergroot en getand. De vruchten
van de aangetaste bomen blijven te klein, zijn smakeloos en kleuren niet af en
doet sterk denken aan kleinvruchtigheid. Geïnfecteerde bomen vallen in de nazomer
op door een vroegtijdige gele of rode verkleuring van de bladeren. De symptomen
van de heksenbezemziekte zijn niet jaarlijks en op iedere boom waarneembaar. |
Appelcultivars
die gevoelig zijn voor heksenbezemziekte:
|
|
De besmetting door overdracht
is mogelijk door de cicade Fiebriella florii. Deze ligustercicade is als floeemzuiger
vermoedelijk een overdrager van de heksenbezemziekte. Larve stadium vanaf begin
juni: 0,5 tot 1 cm. lang en de kleur is helgroen met een roodachtig en behaard
achtereind.
De cicade is volwassen vanaf
juli, heeft dan een lengte van 1 cm. met opvallende witte dwarsbanden op de onderkant
van het lichaam. Recente onderzoeken door het instituut voor Obst- und Weinbau
in San Michele,Trintino, tonen aan dat de bladzuigers Cacopsylla castalis en de
Cacopsylla melanoneura hoogst waarschijnlijk de grootste overdrager is van de
heksenbezemziekte, e.e.a. wordt nog verder onderzocht.
Door enten te gebruiken
van geïnfecteerde bomen wordt de ziekte ook overgedragen. Om uitbreiding van de
ziekte te voorkomen, vooral in de intensieve fruitteelt, wordt rooien geadviseerd.
Bestrijding voor hoogstamvruchtbomen, snoei royaal in een vroeg stadium de aangetaste
takken weg en afvoeren via de "groene container" of verbranden. |
|
Geraadpleegde bronnen:
- Kijk op vrucht kwaliteit.
- Visuele controles in appelboomgaarden.
- Pflanzenschutzdienst, Regierungspräsidium Karlsruhe.
|
22.05.2011
|