
|
Bacterievuur |
 |
Bacterievuur
Bacterievuur is, in grote delen van Nederland, een gevestigde plantenziekte. De ziekte veroorzaakt in het gehele land jaarlijks schade aan planten en bomen. In de boomkwekerij en fruitteelt, maar ook in het openbaar en particulier groen.
De ziekte verspreidt zich gemakkelijk en zeer snel naar andere gevoelige planten. Vandaar het woord “vuur” in de naamgeving.
Terugblik
Bacterievuur, de oude benaming is Perevuur, werd voor het eerst waargenomen in 1780 in de Ver. Staten in de staat New York. Meer dan 175 jaar later (1957) bereikte deze bacterie Europa. De aantasting kwam voor het eerst voor in Groot-Brittannië in een perenboomgaard. Nederland noteerde in 1966 de eerste bacterievuurhaard, daarna volgden Polen (1968) West-Duitsland (1971). België en Frankrijk kwamen in 1972 de eerste besmettingshaarden voor. |
Herkenning
Snelle verwelking en verdroging van jonge scheuten en bloesems, vaak met een 'vaantje' aan de gekromde top. Vervolgens afsterving van takken en verschijnen er vuilwitte druppeltjes bacterieslijm op de bladstelen en scheuten.
Op de stam en dikkere takken ontstaan ingezonken kankerplekken, waarbij de kleur
van de bast in paars verandert. Bacterievuur is een ziekte die door de bacterie Erwinia amylovora wordt veroorzaakt. De ziekte kan in alle delen van de boom optreden. Als de omstandigheden gunstig zijn, komt de eerste aantasting in het voorjaar in de bloemen (bloeminfectie) tot stand. Die verwelken en verdrogen, en verkleuren daarna zwart. Vanuit de bloemen komen de bacteriën snel via de bloemsteeltjes en de vruchtspoortjes in de takken terecht. Wanneer jonge langloten worden aangetast (scheutinfectie), verkleuren ze bruin tot zwart en hangen slap. Dit worden "vaantjes" genoemd. Aangetaste delen kunnen heel lang aan de boom blijven hangen. In de takken of de stam kunnen kankers gevormd worden, licht ingezonken plekken of insnoeringen waarboven het gezonde weefsel vervolgens geheel kan afsterven. Bij oppervlakkig aansnijden van de bast is een roodbruin gevlamde verkleuring zichtbaar. Wanneer vruchtjes worden aangetast, verkleuren ze geheel zwart en verdrogen, maar kunnen lang blijven hangen aan de boom. Een duidelijk kenmerk van de ziekte is dat de aangetaste delen witachtig bacterieslijm produceren onder vochtige omstandigheden. Dit slijm verkleurt vervolgens via oranje tot bruin en kan in zulke grote massa’s
geproduceerd worden dat het van de boom afdruipt. Dit slijm zorgt voor verdere besmetting. |
 |
Levenswijze
De bacteriën overwinteren in de kankers op de bomen. In het voorjaar scheidt een deel van die kankers druppeltjes bacterieslijm af. Wanneer de bacterie de boom is binnen gedrongen raken de houtvaten verstopt met slijm. Binnen enkele dagen verwelkt de boom door het stoppen van de opgaande sapstroom.
Door wind, regen, actieve insecten en bijen wordt dit bacterieslijm meegevoerd en verspreid. Ook de mens kan besmetting veroorzaken door middel van zijn kleding en gereedschap. In eerste instantie vooral via de bloemen. Daarin kunnen de bacteriën zich snel vermeerderen. Voor infectie is vocht (RV > 60 %) en een hoge temperatuur nodig (17 tot 27 °C).
In Nederland zijn deze omstandigheden rond de bloei van peer niet vaak aanwezig, zodat bij peer meer sprake is van scheutinfectie. In later bloeiende roosachtigen speelt infectie via de bloemen een grote rol. Aangetaste delen kunnen al na enkele dagen bacterieslijm produceren en zo weer voor een verdere verspreiding zorgen. Onder gunstige omstandigheden kan de ziekte zich zeer snel uitbreiden. |
|
Gevoelige planten voor bacterievuur |
Amelanchier |
krentenboom |
Chaenomeles |
Japanse kwee |
Cotoneaster |
dwerg of rotsmispel |
Crataegus |
meidoorn |
Cydonia |
kweepeer |
Eriobotrya |
Japanse mispel |
Malus |
appel en sierappel |
Mespilus |
mispel |
Photinia davidiana |
Stranvaesia |
Pyracantha |
vuurdoorn |
Pyrus |
peer en sierpeer |
Sorbus |
lijsterbes |
|
Gevoelige perenrassen voor bacterievuur |
Calebasse Bosc |
Fondante de Charneux |
Clapp’s Favourite |
Williams bon Chrétien |
Conference |
Triomphe de Vienne |
Early Trévoux |
Zomer Bergamotte |
Comtesse de Paris |
|
Gevoelige appelrassen voor bacterievuur |
Alkmene |
Goldpearmain |
Berlepsch |
Idared |
Cox’s d’Orange Pippin |
Ingrid Marie |
Elstar |
Jonathan |
Gala |
James Grieve |
|
Maatregelen
Cultuur- en veiligheidsmaatregelen die genomen kunnen worden zijn:
• Controleer het gehele jaar nauwkeurig of aantasting voorkomt, vooral na een warme en vochtige periode.
• Controleer ook de gevoelige roosachtigen rondom de boomgaard, zie hiervoor het onderstaande lijstje met gevoelige planten.
• Verwijder de nabloei bij peren, nijp die er met de hand uit. Nabloei is een ideale “invalplek” voor infectie. Insecten zijn op zoek naar nectar en besmetten de bloemen met bacterieslijm.
• Verwijder wortelopslag.
• Bij aantasting op de takken of scheuten deze royaal, ten minste 50 cm, onder de aangetaste plek wegknippen en snoeiwonden insmeren met een wondafdekmiddel.
• Ontsmet gebruikt gereedschap en schoeisel grondig met Dettol, brandspiritus, alcohol 70%, formaline of chloor. Was de gebruikte kleding in water van 60 graden of meer. Was de handen regelmatig met ontsmettingszeep.
• Bij aantasting op de stam of op dikke takken de boom rooien. Vervolgens kan dit materiaal het beste ter plekke verbrand worden. Verplaats dit materiaal niet en laat het minimaal een dag drogen.
|
|
|
|
|
|
22.05.2011
|
|