|
Appelbladmineermot
(Stigmella malella, Stainton 1854) |
|
De appelbladmineermot is donkergrijs van kleur met een zilverkleurige streep over de voorste vleugels.
De motten hebben een lengte van ca. 2 mm. met vleugels die een spanwijdte van
± 4 mm. hebben.
De appel dient als waardplant en een heel enkele keer komt het ook bij de peer voor. Het ei wordt afgezet op
de onderzijde van het blad, op overwegend jonge bladeren. Bij het uitkomen van
de eieren graven de jonge larven zich door het onderblad naar de bladmoeslaag.
Op zoek naar voedsel graaft de larve gangen, mijnen genaamd, die vaak beginnen
in de buurt van de hoofdnerf. Het onder- en bovenblad wordt nauwelijks beschadigd.
De vorm van de mijn is bijzonder variabel, tamelijk sterk kronkelend. De mijn
verbreed zich soms en eindigt vaak in een blaasvormig eind. De aantasting is hierdoor
gemakkelijk te herkennen, temeer omdat de larven hun uitwerpselen (frass) in de
mijnen achter laten. De zo genaamde frasslijnen zijn donkerbruin tot zwartachtig
van kleur en geeft een duidelijk contrast t.o.v. het blad. |
|
|
Levensloop.
Als de larven volgroeid zijn verlaten ze het blad en verpoppen zich in de grond
en de laatste generatie overwinterd daar in een cocon. De appelbladmineermot kent
drie generaties en in de subtropen zelfs 4 generaties. De eerste generatie verschijnt
tussen half maart tot einde mei. De vlindervlucht van deze generatie (die de tweede
generatie wordt genoemd) vindt plaats van juli tot augustus, met intervallen.
De eieren, gelegd door deze tweede generatie, komen medio eind augustus tot oktober
uit. Deze derde generatie kent in het zelfde jaar geen vlindervlucht meer. De
rupsen gaan zich in de grond verpoppen en overwinteren daar om in het volgende
voorjaar, tussen half maart tot einde mei, als eerste generatie weer te verschijnen. |
|
Schadebeeld.
De schade die de individuele larve veroorzaakt is gering, maar door de enorme
hoeveelheid, die meestal met de aantasting gepaard gaat, valt de totale schade
in de categorie "ernstige schade". De bladeren worden vlekkerig bruin, drogen
uit en vallen vroegtijdig af. De assimilatie wordt hierdoor ernstig belemmerd
en het fysiologische evenwicht van de boom raakt hierdoor uit balans. Dit alles
gebeurd in een periode dat elk blad nodig is voor de groei van het gewas en vrucht. |
|
|
Bestrijdingstijdstip door waarneming.
Omdat de appelbladmineermot diverse generaties kent is het moeilijk om een bestrijdingstijdstip aan te geven. Het juiste bestrijdingstijdstip moet gevonden worden door visuele inspecties in de boomgaard, waarbij men let op de afzet van eieren. Er dient tweemaal
een visuele inspectie te worden uitgevoerd omdat er in één seizoen tweemaal een ei-afzetting plaats vindt.
De eerste ei-afzetting vindt plaats ongeveer in de eerste week mei en de tweede afzetting medio half juli. De ei-afzetting is sterk afhankelijk van plaatselijke- en weersomstandigheden zodat een regelmatige visuele inspectie (met ladder en loupe) noodzakelijk is om een effectief tijdstip te kunnen bepalen. |
Bestrijding.
De bestrijding is gericht op het elimineren van de afgezette eieren en de pas
uitgekomen larven.
Naam product Insegar®
Wat is het product?
Insegar is een bijzonder effectief rupsenbestrijdingsmiddel voor de teelt van
appels, peren en pruimen. Het product bevat de werkzame stof fenoxycarb en behoort
tot de toxicologische groep van de carbamaten. Insegar is een insectengroeiregulator.
Het middel werkt door direct contact en via de maag van het insect. De goed oplosbare
spuitkorrel bevat 25% fenoxycarb.
Wat doet het product?
Insegar is specifiek werkzaam tegen rupsen van de vruchtbladroller, leverkleurige
bladroller, appelvouwmijnmot, appelbladmineermot, pruimenmot, grote appelbladroller,
rode knopbladroller en heggenbladroller. Het product werkt ook tegen eieren van
de fruitmot. Deze insectengroeiregulator heeft twee aangrijpingspunten in de cyclus
van ei tot volwassen insect. Door een behandeling met Insegar uit te voeren net
voordat de vlinders eieren afzetten, voorkomt het product dat embryo's tot ontwikkeling
komen. Dit werkingsmechanisme is alleen van toepassing op afzonderlijke afgezette
eieren, zoals die van de fruitmot. Eieren afgezet in kapsels of zgn. eispiegels
kunnen onvoldoende werkzame stof opnemen, waardoor de embryo's normaal tot ontwikkeling
komen.
Het tweede aangrijpingspunt is aan het eind van de cyclus, wanneer de rups gaat
verpoppen. Door een bespuiting uit te voeren kort voor de bloei op de jonge rupsen,
voorkomt Insegar dat de larven volwassen worden. Insegar doodt de rupsen in het
laatste larvale stadium of tijdens de verpopping. |
23.05.2011
|
|