Herkomst:
Kweker: Statens Trädgardsförksökinstitutet, Alnarp, Zweden. Ouderdom 1925. Gewonnen uit een kruising van Early Favourite met Reine Claude d`Oullins. Geïntroduceerd in 1946.
Vrucht:
plukrijp:
eind juli - begin augustus.
consumptierijp:
eind juli - begin augustus.
vorm:
tamelijk tot midden groot.
kalibrering:
Ø mm
vruchtsteen:
de steen ligt los in het vlees.
groef:
steel:
steelholte:
huid:
paarsrood op gele ondergrond
grondkleur:
paarsrood-blauwrood met geel.
vruchtvlees:
geelgroen en sappig, zeer goed van smaak.
Gevoelig voor:
Kwaliteit:
Bewaren:
Gebruik:
Tafel- en dessertvrucht.
Oogst:
Vroeg en rijke oogsten.
Boom:
Matig tot sterke groeier.
Boomvorm:
Kan normale snoei op toegepast worden. Boom goed open snoeien om Moniliarot te beperken.
Bloei:
Middentijds met veel bloemen. Kwaliteit stuifmeel is goed. Zelffertiel. Chemische bloemdunning is mogelijk.Opal draagt soms meer vruchten dan de takken kunnen dragen. Om inscheuren en zelfs afbreken van de takken te voorkomen moet eind juni het teveel aan vruchten worden weggenomen. Daarmee wordt de kans op Moniliarot verkleind. De ziekte verspreidt zich voornamelijk door pruimen die tegen elkaar hangen.
Groei:
N.B. de geplaatste grafiek heeft betrekking op Bongerd Groote Veen,
groei van bomen is sterk afhankelijk van plaatselijke omstandigheden!
Onderstam:
In verband met de sterke groei van de boom is het aan te bevelen om een zwakke onderstam te nemen.
Bevruchters:
Zelffertiel.
Bleue de Belgique.
Anna Späth.
Czar.
Early Prolific
Sancthus Hubertus
Victoria
Weerstandsvermogen:
Weinig gevoelig voor loodglans en kanker. Monilliavruchtrot. Rottende vruchten met bruingele ringen ontstaan wanneer er geen vruchtdunning toegepast wordt en de vruchten tegen elkaar blijven hangen.
Standplaats:
Teeltwaarde:
Een vroeg rijpende pruim met een zeer goede smaak. Dit ras wordt voor algemene teelt aanbevolen.
Gelijkende vruchten:
Gelijkende bloeiers:
Snoeien:
Plantadvies:
Oorzaak van verdwijnen:
Diversen:
Komt voor op de rassenlijst voor pruimen in Drenthe.