bongerd groote veen
Bongerd Groote Veen
Boomsoort:  Pruimenboom.
Originele naam:
Belle de Louvain
Synoniemen:
De voor dit ras vaak gebruikte namen Eierpruim en Rode Eierpruim zijn onjuist. Deze namen zijn de synoniemen voor respectievelijk Washington en Red Magnum Bonum.
Herkomst:
België. Gewonnen door Professor Jean Baptiste van Mons (Brussel 1765-1842 Leuven) in zijn kwekerij te Leuven omstreeks 1840. Ouders onbekend.
Vrucht:
Belle de Louvain pruim
plukrijp: tweede helft augustus. Het tussenplukken begint rond de 5e augustus en eindigt rond de 19e.
De vruchten houden goed aan de steel vast. De vruchten rijpen over een langere periode.
vorm: zeer groot en langwerpig.
kalibrering:
Ø mm
35
37.5
40
42.5
45
47.5
50
vruchtsteen: groot. Gedeeltelijk los, is meestal langs één kant tamelijk vast aan het vruchtvlees gekleefd.
Soms treedt er harsvorming op de pit.
groef: middel matig diep. Soms nauwelijks getekend.
huid: effen, komt gemakkelijk van het vruchtvlees los bij volledige rijpheid. Donzig.
kleur: blauwrood tot donkerrood violetkleurig.
vruchtvlees: geelgroen, zeer saprijk, half vast, flauw en zeer matig van smaak.
Gevoelig voor:
Tamelijk vatbaar voor loodglans, verder weinig last van ziekten.
Oogst:
Opbrengst groot en regelmatig. Gekende variëteit, middelmatige handelswaarde, zelfs gering in jaren van overvloed, de vruchten van de eerste pluk brengen het meeste op.
Gebruik:
Dessertpruim, is later door betere dessertpruimen vervangen. 1e klas voor de inmaak en jam.
Boom:
Groeit vrij sterk en steil, maakt veel opgaand hout. Zware vertakkingen.
Belle de Louvain boom
Boomvorm:
Geschikt voor half- en hoogstam en struik.
Bloei:
Laat tot half laat.
Belle de Louvain boei
Groei:
Belle de Louvain groeigrafiek
N.B. de geplaatste grafiek heeft betrekking op Bongerd Groote Veen,
groei van bomen is sterk afhankelijk van plaatselijke omstandigheden!
Gelijke bloeiers zijn:
  • Dubbele Boerenwitte.
  • Hauszwetsche Kwets.
  • Catarijnepruim.
Kwaliteit van het stuifmeel is goed, zelfbestuiver.
belle de louvain
Onderstam:
Tegen de grond griffelen geeft goede onderstammen.
Bevruchters:
  • Zelfbestuiver.
  • Hauszwetsche Kwets.
  • Anna Späth.
  • Bleufre.
  • Early Prolific.
  • Monsieur Hâtif.
  • Opal.
  • Reine Claude d` Althan.
  • Victoria.
Weerstandsvermogen:
Zeer bevredigend, tamelijk vatbaarheid voor loodglans, redelijk resistent tegen rode spin.
Standplaats:
Groeit op vrijwel elke soort grond.
Teeltwaarde:
Behoorde voorheen tot de meest geplante variëteiten. Verdiend echter om zijn goede vruchtbaarheid en flink uitgegroeide vruchten nog wel aanbeveling. Het ras wordt van geringe betekenis geacht en aanplant wordt in het algemeen niet meer aanbevolen.
Snoeien:
Plantadvies:
Diversen:
Op jeugdige leeftijd niet vruchtbaar, later zeer vruchtbaar. Is onderhevig aan beurtjaren.
Komt voor op de rassenlijst van Drenthe.
Brongegevens:
  • Nederlandse Fruitsoorten (met afbeelding) 1942.
  • Monographie Standaardisatie en Cultuur van Pruimen (1941).
  • 18e Rassenlijst voor fruitgewassen.
Belle de Louvain blad
04.09.2009