bongerd groote veen
Bongerd Groote Veen
Boomsoort: Perenboom.
Originele naam:
Oomskinderpeer
Synoniemen:
  • Kruidenierspeer.
Herkomst:
Onbekend.
De Oomskinder- of Kruidenierspeer is zeker niet ouder dan een eeuw, maar wordt desondanks toch tot de oude fruitrassen gerekend. Terecht, want ze wordt al enkele decennia niet meer commercieel geteeld. Het is een “jong ras van vroeger”. De eerste vermelding van de Oomskinderpeer is te vinden in de catalogus uit het seizoen 1917-1918 van de vruchtboomkweker G.A. van Rossum uit Naarden. In eerdere kwekerslijsten komt ze niet voor.
Er mag dan ook worden aangenomen, dat ze vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is ontstaan. Vermoedelijk afkomstig uit Zuid-Holland en verspreid door de familie Kruidenier waaraan dit ras zijn synoniem te danken heeft. Het ras is door de goede vruchtkwaliteit zeer populair geweest en kwam overal in Nederland voor. Werd vooral in midden Nederland aangetroffen. In de rassenlijsten van 1934 en 1936 wordt Oomskinderpeer slechts in Zuid-Limburg, Noord-Holland en Groningen aanbevolen.
Vrucht:
Oomskinderpeer doorsnede Oomskinderpeer steel
Oomskinderpeer kelk
plukrijp: eind juli begin augustus. De vruchten rijpen snel en moeten binnen een paar dagen geoogst en gegeten worden. Oomskinderpeer is een zeer vroege en smakelijke handpeer.
consumptierijp: eind juli begin augustus.
afmetingen: klein, gelijkmatige bergamottenvorm, kort, buikig, gelijkmatig van vorm. Naar de steel iets afgeplat en doet aan een appel denken. Op Kwee worden de vruchten iets groter.
kelkholte: vlak.
kelk: normaal, open.
steelholte: ontbreekt; heeft een vleesknobbel.
steel: betrekkelijk kort; schuin ingeplant; vrij vlezig.
schil:  
grondkleur: groen, aan de zonzijde gebronsd met kleine grijze lenticellen.
dekkleur: bij rijpheid geel met geelgroene lenticellen, en een bronskleurige blos.
vruchtvlees: wit, betrekkelijk droog, vrij grof, min of meer korrelig met een beetje rinse smaak, kwalitatief goede smaak, spoedig melig dus op tijd consumeren of verwerken.
klokhuis: in het midden; goed met zaden bezet.
Gevoelig voor:
Schurft en kanker. Het ras oefent ook aantrekkingskracht uit op de perenringworm (Agrilus), die door zomerbespuiting wel te bestrijden is. Zorgvuldig bespuiten i.v.m. blad beschadiging.
Oogst:
Vroeg, alleen de Noord-Hollandse Suikerpeer kan soms eerder geoogst worden. De vruchten beginnen al vanaf eind juli te rijpen, terwijl de pluk en gebruikstijd zich uitstrekt tot half augustus. Laat, onregelmatig en matig vruchtbaar. Zelfs op Kwee met tussenstam is de vruchtbaarheid nog matig. Daarbij heeft Oomskinderpeer ook last van voortijdige vruchtval, waardoor de kg-opbrengst van dit ras gering is. De vruchten zitten vaak hoofdzakelijk in de top van de boom. Rijpt snel en moet in enkele dagen geoogst worden.
Bewaren:
Valt niet te bewaren, snel melig en beurs.
Gebruik:
Hand- en keuken gebruik, blijft na het koken wit. De peer is bij hardrijpheid ook als stoofpeer te gebruiken.
Boom:
Groeit goed en vormt op latere leeftijd een grote boom met veel kort vruchthout, waaraan dit ras goed te herkennen is. Stond het meest als hoogstam, maar is ook op Kwee met tussenstam beproefd.
Bloei:
Laat. Oomskinderpeer vertoont vooral trosbloei aan de toppen van de takken.
Oomskinderpeer bloei
Opbrengst:
Gelijke bloeiers:
Bevruchters:
  • Clapp`s Favourite.
  • Conference.
  • Magness.
  • Zwijndrechtse Wijnpeer.
Boomvorm:
Wordt in het midden van het land veel aangetroffen als hoogstam en wordt algemeen veredeld op zaailing, kan op Kwee als tussenstam worden veredeld. Direct op Kwee veredelt zeer slecht. Wordt aanbevolen om een bolvormige kroon te snoeien.
Groei:
Oomskinderpeer groeigrafiek
N.B. de geplaatste grafiek heeft betrekking op Bongerd Groote Veen,
groei van bomen is sterk afhankelijk van plaatselijke omstandigheden!
Onderstam:
Kwee met tussenstam.
Oomskinderpeer peren
Weerstandsvermogen:
Vatbaar voor:
Standplaats:
Kan op alle voor vruchtbomen geschikte grond worden aangeplant. Voorkeur vruchtbare klei. Het ras werd in de rassenlijst van 1933 voor rivierkleistreken niet aanbevolen.
Teeltwaarde:
Wordt in de boomgaard vrijwel niet meer geplant i.v.m. onregelmatige vruchtbaarheid. Behoort tot de beste soorten onder de vroegrijpende.
Gelijkende vruchten:
  • Type Bergamot.
Snoeien:
Oorzaak van verdwijnen:
Dit ras is met de intensivering van de boomgaarden verdwenen vanwege de late en onregelmatige vruchtbaarheid en de lage kilogram opbrengsten. De vroege peren Oomskinderpeer en Noord-Hollandse Suikerpeer zijn verdrongen door de steeds toenemende importen van vroege peren uit het buitenland zoals Clapp`s Favourite uit Italië en Frankrijk.
Plantadvies:
In het algemeen aan te raden, mits men rekening houdt met de eisen die worden gesteld aan de standplaats, grondsoort en verzorging.
Diversen:
Beschrijving in de Zesde beschrijvende rassenlijst voor fruit 1948. “Niet aanbevolen ras”. Late vruchtbaarheid, onregelmatig en onvoldoende vruchtbaar, vatbaar voor kanker. Wordt nog wel in het noorden op kwee met tussenstam beproefd zelfs dan is de vruchtbaarheid nog matig en blijven de vruchten klein.
Komt voor op de rassenlijst voor peren in Drenthe.
Brongegevens:
  • 6e beschrijvende rassenlijst voor fruit 1948 blz.: 60.
  • Leerboek der Fruitteelt. Prof.Ir.A.M. Sprenger, 1948.
  • Nederlandse Fruitsoorten (1942).
  • Verdwenen appel- en perenrassen blz.:75.
  • Fruitteelt door A.S. Planting 1941, blz.97.
  • Oude Fruitrassen in Noord-Nederland. J.Veel & J.Woltema.
Oomskinderpeer blad

03.09.2009