
|
Boomsoort: |
Perenboom. |
Originele naam:
Nordhäuser Winterforelle |
Synoniemen en literatuur:
- Nordhäuser Forellenbirne.
- Nordhäuser Winterforelle.
- Winterforellenbirne.
- Corille. (Bivort, Album de Pomologie deel 3, 1850)
- Forelle. (André Leroy, Dictionnaire de Pomologie no. 520)
- Forellenbirn. (Jahn, Illustrirtes Handbuch der Obstkunde no. 67) , (Baltet
no. 144, blz.60) , (Diel, deel 5 blz. 51. 1806) en (Sickler, Deutscher Obstgärtner
blz. 167, 1803)
- PoireTruitée. (Decaisne, III, livr.31, no. 98)
- Trout.
- Truit.
- Petit Corail.
- Corail.
|
Herkomst:
Pomoloog Naudin claimde dat het een Franse peer was, volgens een citaat van Decaisne
(Reveu horticole,1851), maar de oorsprong van de Forellepeer ligt in Duitsland,
in de deelstaat Sachsen.
Sickler haalde de peer uit Wittenberg en Diel kreeg reeds in 1806 enten van de
bekende pomoloog en "Stiftsamtmann" (een geestelijke die deel uitmaakt van het
kapittel van een kathedraal) Bütner uit Halle am Saale.
Al in de eerste vergadering van de Duitse pomologen te Naumburg in 1853 werd de
Forellepeer geschikt geacht en aanbevolen voor algemene aanplant. Tijdens een
andere vergadering (26 jaar later) van dezelfde vereniging van Duitse pomologen
in Frankfurt aan de Main zei boomkweker C.
von der Foehr uit Nordhausen letterlijk dat de Winterforellenbirne: " door zijn
voorganger was geteeld uit zaden" (Pom. Maandblad uit 1880, blz. 26.).
In hetzelfde tijdschrift (13 jaar later) uit 1892, blz. 112, volgt de eerste beschrijving
van de "Winterforellenbirne", opgenomen als soort nr. 950 in de soortenlijst van
"Geïllustreerde Handboek". Er wordt nadrukkelijk bij vermeld dat deze soort vrij
zou blijven van "schimmel", zoals Venturia (schurft) destijds nog werd genoemd.
De tijd heeft ons inmiddels wel anders geleerd.
Het is interessant dat omstreeks 1800 Sickler van een zekere heer Rennicke uit
Nordhausen, vruchten kreeg van de "Forellenbirne" (Herfstforelle), die afkomstig
waren van een boom die in Nordhausen stond. Het is daarom zeer wel mogelijk dat
dit de moederboom is van de "Winterforelle". |
Vrucht: |
 |
plukrijp: |
vanaf begin
oktober. |
consumptierijp: |
januari tot
maart. |
afmetingen: |
middel tot
groot, 55-70 mm breed, 70-85 mm hoog, gewicht 135-200 gram; soortelijk gewicht
1.0, vruchtvorm stompkegelvormig, breed peervormig, midden -tot kelkbuikig; vruchtzijden
glad, zwakbultig; dikwijls met vlakke lengtegroeven van de kelk naar de steel. |
kelkholte: |
vlak, nauw,
iets bultig. |
kelk: |
middel groot,
open; blaadjes hoornachtig, middel lang, smal, spits, rechtopstaand, aan de basis
gescheiden. |
steelholte: |
vlak, meestal
eenzijdig bultig, nauw. |
steel: |
18-27 mm lang
2.5-4 mm dik, houtig, gedeeltelijk met knopjes, recht of door vleesgezwel zijdeling
gedrukt, meestal typisch groen. |
schil: |
glad, droog,
glanzend of mat berijpt, dun maar vast, voor het eten schillen. |
grondkleur: |
groenachtig
geel, helderroodachtig geel. |
dekkleur: |
rood, in plakkaten, sluierachtig, ook kort gestreept, gespikkeld, stippels klein, lichtbruin, licht
en rood omrand, weinig beroesting, als vale figuren. |
vruchtvlees: |
lichtgeelachtig
wit, halfsmeltend, vast, sappig, op ongeschikte standplaatsen hard, voelt korrelig
aan, tot raapachtig, dan alleen geschikt voor de inmaak, matig zoet, weinig rins,
zonder uitgesproken aroma, goed van smaak. |
klokhuis: |
kelkwaarts,
met steencellen omgeven, matig van grootte. |
Gevoelig
voor:
Lokaal sterk voor schurft (Venturia), voor plotselinge vruchtval voor de eigenlijke
boomrijpheid. |
Oogst:
Zo laat mogelijk; oktobernevels kunnen een schokachtige vruchtval veroorzaken;
bij de eerste tekenen direct oogsten, goed plukbaar, plukprestatie hoog, hard
goed transporteerbaar, rijp niet. |
Bewaren:
In natuurlijke opslag zonder te verwelken tot februari - maart goed houdbaar,
vruchtrotcontrole toepassen; in koelopslag bij -1ºC. en 90% relatieve luchtvochtigheid
6 tot 7 maanden; narijpen bij ± 18ºC. |
Gebruik:
Kleurrijke, populaire winterhandelspeer voor vers gebruik, huishoudelijk voor
compote en conserven op sap. De peer is bij hardrijpheid ook als stoofpeer te gebruiken. |
Boom:
Groeit middelsterk. Gesteltakken variëren van horizontaal tot steilopwaarts, waardoor
ze later vaak belemmerend werken, weinig vertakkingen, dit door vormsnoei hoog-
tot breedpiramidaal, ruim, regelmatige controle snoei; eenjarige twijgen typisch
dofroodachtig bruinviolet; midden lang snoeien, tijdig verjongen, geschikt voor
haag- en leivormen. |
Bloei:
Langdurig, zeer vroeg (voor de pruimen aan) en daardoor vorst gevoelig; bloesem aan stekeltwijgen en sporen. |
 |
Opbrengst: |
Bevruchters:
- Bonne Louise d` Avranches
- Bergamotte Esperen.
- Beurré Grumkow.
- Beurré Hardy.
- Beurré Dilly.
- Beurré Hardenpont.
- Winterjan.
- Jutpeer.
- Gieser Wildeman.
|
Boomvorm:
Weinig vertakkingen door vormsnoei dient dit te worden bevorderd. Matig bezet
met kort vruchthout, sporen en stekeltwijgen. Vorm van de kruin hoog- tot breedpiramidaal. |
 |
Onderstam:
Op zaailing alle boomvormen mogelijk, of Kwee A met tussenstam. |
Weerstandsvermogen:
Weinig tegen houtvorst, jaartwijgen worden laat rijp; bloei voldoende tegen de
vorst; vatbaar voor schurft (Venturia), witvlekkenziekte, voor virus Apple Spy
Epi-nasty and Decline. |
Standplaats:
Op warme, humusrijke, voedzame, voldoende vochtige grond, niet geschikt voor gesloten,
warme standplaatsen die bevorderend zijn voor schurft (Venturia), evenmin geschikt
voor koude of winderige, hooggelegen plaatsen. |
Teeltwaarde:
Door plotselinge vruchtval ongeschikt voor massaproductie, wel op kleinere schaal
waar een tijdige pluk gegarandeerd is; hoofdsoort van winterperen voor eigen gebruik
en telers, minder voor weekend tuinen i.v.m. plukken.. |
Gelijkende
vruchten:
- Forelle.
- Beurré Sterckman.
|
Snoeien: |
Oorzaak
van verdwijnen: |
Plantadvies: |
Diversen:
Peer wordt in 1948 op de "afvoerlijst" gezet met de mededeling: "Niet
aanbevolen wegens onvoldoende vruchtbaarheid en zeer vatbaar voor schurft." |
Brongegevens:
- Perensoorten Herbert Petzold blz. 184.
- Zesde beschrijvende rassenlijst. (1948)
- De Nederlandsche Boomgaard deel 2. (1868)
- Lauche 100 Birnensorten. (1882 & 1883)
- Aanvullende info Bongerd Groote Veen.
|
|
03.09.2009
|
|