bongerd groote veen
Bongerd Groote Veen
Boomsoort: Perenboom.
Originele naam:
Gieser Wildeman
Synoniemen:
  • Gieser Wildeman. (ook wel met een s)
  • Gieser Wildemanspeer.
  • Wildemanspeer.
  • Agaatpeer.
Herkomst:
Deze peer is in Nederland gewonnen en is hoogstwaarschijnlijk een zaailing die aangetroffen werd bij een boerderij of in een particuliere tuin. De peer is reeds lang voor het in de handel brengen bekend in de diverse dorpen langs de Merwede, en is naar de kweker Gijsbert Wildeman genoemd. Gevonden door kweker Wildeman en door een Boskoops kwekershuis de firma Van der Willik & Zonen in de handel gebracht in omstreeks 1850.
Gieser Wildeman was een herbergier
‘‘Antieke peren zie je ook niet veel meer. Het zijn overwegend verfijnde kweekprodukten, die de markt overstromen.
Er is er één die voor mij de meest dierbare blijft van allemaal: de roodstovende Gies Wildeman.
In de vakliteratuur (zesde rassenlijst 1948 blz. 52. Jac.B.) vond ik dat die bekende stoofpeer in het midden van de vorige eeuw, bij een zekere Wildemans uit de buurt van Gorinchem in de handel gebracht was.
Nu ken ik dat ,,perenverhaal” van haver tot gort en ga het u uit de doeken doen.
Het echte verhaal dan. Het is als volgt.

Die bloedrode puike stoofpeer kreeg de naam van mijn overgrootvader Gijsbert Wildeman, in de volksmond Gies Wildeman genoemd. Hij was herbergier / tapper en tabaksplanter te Elst bij Rhenen. Die man had een liefhebberijtje. Hij haalde bij “de Betuwe'' in Tiel wel eens pitten van fruit, zaaide dat, en wachtte jaren of er wat bijzonders uit de bus kwam. Zo deed notaris Dingers* in Lunteren immers ook, en langs natuurlijke weg gekruist is evenzo de beroemde notarisappel zijn zegetocht begonnen. Als de Veense (Veenendaalse) kooplui lopend over ,,den berg” al vroeg ‘s morgens in Elst kwamen om het trammetje naar Utrecht te halen, werd bij de herberg van Wildeman het eerste pierenverschrikkertje gepakt.
Op een dag zei de herbergier: "Minsen, nou heb ik me toch een roodstovende peer gewonnen en die moeten jullie eens proeven”. Algemeen oordeel: "Een puike stoofpeer!''
,,Nou nog een naam er voor”, meende de gelukkige vinder van dat ras. En wat denkt u wat de Veense kooplui in koor riepen? ,,Gies Wiideman”. Nou en zo is het dan gebleven.
Een kweker begon ermee te enten en geluksvogel Wildeman, mijn bloedeigen overgrootvader, die ten huize van zijn dochter Hermina en pannenbaas Janus van Alphen te Eck en Wiel overleed, wordt door duizenden in het hele land als het winter wordt herdacht met het noemen van zijn naam Gies Wildeman, ook wel Gieser Wildeman.
Die experimenterende herbergier uit Elst zal wel nooit gedacht hebben dat zijn eigen achterkleinzoon Adriaan P. dat nog eens haarfijn zou gaan uitzoeken.
Dat ging weer via de zoon van een Veense koopman, die er bij is geweest, Nicolaas van Hal uit Veenendaal staat voor de echtheid van dit unieke gegeven voor de volle 100% in.
Teunis van Hal is de eerste groente- en fruitkoopman geweest, die het Elster fenomeen aan de vrouw bracht, na een mand vol van de oude Gies te hebben gekocht.

Waarom ik dit allemaal zo uitvoerig schrijf?
Niet uit chauvinistische overwegingen, maar omdat je zo zelden de herkomst van antieke fruitsoorten kent.
Antiek? Ja, maar ook levend.
Iets wat uit zichzelf hartstikke goed is, veroudert toch immers niet?”

* Notaris Dingers was de opvolger van notaris Van den Ham uit Lunteren, die zijn werk voortzette.
Bron: Adriaan P. de Kleuver
”De Betuwe”, Land van boomgaarden, intieme dorpjes en oude verhalen.
2e druk 1977 — Zomer & Keuning — Wageningen.

Vrucht:
Gieser Wildeman doorsnedeGieser Wildeman vrucht
plukrijp: half oktober.
consumptierijp: november tot maart.
afmetingen: tamelijk klein, mooi peervormig, regelmatig gevormd.
kelkholte: vlak tot vrij diep, regelmatig toelopend.
kelk: vrij groot, half open, met goed gevormde uitstaande kelkblaadjes.
steelholte:  
steel: matig lang, vlezig, later wat ingekrompen, meestal een weinig gebogen.
schil: glad, bijna geheel bedekt met bruine roestvlekken, met groene ondergrond, aan de zonzijde bruin gekleurd, meestal met strepen.
grondkleur: bruingelig kaneelkleurig met veel roest en licht bruinrode blos.
dekkleur: bedekt met grijze stippen.
vruchtvlees: wit, vast, licht korrelig, bij het koken blijft het vlees mooi heel en wordt lichtrood. Zachtvlezig.
klokhuis: klein, rond, hokken gewoonlijk zeer regelmatig met zaden bezet. De zaden zijn dik, spitspuntig en donkerbruin gekleurd.
Gevoelig voor:
Zeer vatbaar voor tak- en bloesemsterfte (Pseudomonas syringae.) Tamelijk tot zeer vatbaar voor bacterievuur; zeer gevoelig voor perenbladvlo. (Psylla pyri). Het spuitmiddel Captan veroorzaakt bruinverkleuring van de vruchtschil. In sommige jaren komen bomen voor waarvan de vruchten zwartverkleuring van de schil vertonen, onderzocht wordt of wellicht sprake is van een virusziekte. Gevoelig voor neusrot en perenringworm.
Oogst:
Draagt vroeg, maar matig productief. Tamelijk regelmatig en behoorlijk, beurtjaar gevoelig. Dunnen!!
Gieser Wildeman peren
Bewaren:
In de koelcel tot eind januari houdbaar. Is vatbaar voor steel- en neusrot. Kan ook met succes in de cel worden bewaard. De houdbaarheid wordt door CO-bewaring slechts enigszins verlengd, maar de kwaliteit is veel beter. Verdraagt geen hoger CO2-gehalte dan 1%; bij een hoger CO2-gehalte ontstaan holten rondom het klokhuis.
Gebruik:
Alleen als stoofpeer, zeer goede en zoete stoofpeer, suiker toevoegen is niet nodig, kookt mooi lichtrood af. Deze licht kaneelbruine, zeer regelmatig gevormde en houdbare peer is zo fraai van uiterlijk, dat ze zelfs ter verfraaiing van kerststukjes en andere bloemdecoraties wordt gebruikt.
Boom:
Groeit tamelijk zwak tot matig; vormt een gedrongen boom met sterk opgaande takken en weinig zijhout. Typische V-vormige bladeren met een viltige onderzijde. In verband met onvoldoende verenigbaarheid met kwee is het gebruik van een tussenstam noodzakelijk. Ook geschikt om als halfstam of als struikvorm geplant te worden. De boom ontwikkelt in een ouder stadium sterk gespoorde takken, terwijl er dan eigenlijk geen jonge scheuten meer gevormd worden.
Bloei:
Middentijds tot tamelijk laat.(dus minder nachtvorst gevoelig), stuifmeel goed, zelf bestuivend.
Gieser Wildeman bloei
Groei:
Gieser Wildeman groeigrafiek
N.B. de geplaatste grafiek heeft betrekking op Bongerd Groote Veen,
groei van bomen is sterk afhankelijk van plaatselijke omstandigheden!
Bevruchters:
  • Zelfbestuiver.
  • Kleipeer.
  • Clapp`s Favoriete.
  • Fondante de Charneu.
  • Winterrietpeer.
Opbrengst:
Boomvorm:
Piramidaal, vormt een tamelijk kleine boom. Zie ook snoei voorschriften.
Onderstam:
Hoogstam en struik, Kwee A met tussenstam. Er bestaat nog slechts zeer beperkte ervaring met Kwee MC als onderstam. Er zijn echter aanwijzingen dat Kwee MC goed bruikbaar is.
Weerstandsvermogen:
Vatbaarheid voor schurft tamelijk gering, voor neusrot en perenringworm tamelijk grote besmettingskans. Gezondheid van de boom laat vaak te wensen over.
Standplaats:
Beschut omdat de rijpe peren vrij snel van de boom vallen. Voedzame en vochthoudende gronden.
Teeltwaarde:
Wordt als stoofpeer algemeen geroemd en gewaardeerd. De vaak kleine vruchten en het gemiddeld matige productieniveau als gevolg van beurtjaren zijn minder aantrekkelijke eigenschappen. Dit ras wordt voor algemene teelt aanbevolen.
Gelijkende vruchten:
Snoeien:
Deze boom moet regelmatig worden gesnoeid, hij is tamelijk vruchtbaar en geen sterke groeier. Wanneer er regelmatig een grote productie is zal de boom veel kortloten en bloemknoppen produceren, wat tot gevolg heeft dat er geen nieuwe scheutgroei plaats vindt. Indien er niet regelmatig voor nieuwe scheutvorming wordt gezorgd zal de boom spoedig met groeien ophouden en dan nog slechts kleine vruchten geven. Ieder voorjaar zal de boom overweldigend bloeien, zonder dat de vruchtzetting met de sterke bloei in overeenstemming is. Oudere bomen dienen, vanwege een geleidelijk afnemende groeikracht, vrij sterk gesnoeid te worden. Om een regelmatige productie te verkrijgen en uitputting door te veel bloei en eventuele vruchtzetting te voorkomen zal men, tijdens de wintersnoei, moeten snoeien in het vruchthout en bloemknoppen moeten weg nemen. Per meter taklengte zijn ongeveer 20 tot 25 bloemknoppen voldoende.
Oorzaak van verdwijnen:
Plantadvies:
Aan te raden, mits voldoende rekening wordt gehouden met de specifieke eisen die worden gesteld aan de standplaats, grondsoort en verzorging van de boom.
Diversen:
Wordt als stoofpeer algemeen geroemd, echte roodkoker. Het bestrijdingsmiddel Captan geeft bruine verkleuringen op de schil. Komt voor op de rassenlijst voor peren in Drenthe. De boom moet gedund worden, met het doel beter ontwikkelde vruchten, voorkomen van beurtjaren, behoud van de boomvorm.
Brongegevens:
  • 6e rassenlijst, 1948.
  • 18e rassenlijst, 1992.
  • Nederlandse Fruitsoorten.1948.
  • De Boomgaard 1944.
  • Onze appels en peren, H de Greeff, 1905.
  • Zelf fruit kweken. P.Dekker.(1951)
  • Aanvullende info Bongerd Groote Veen
  • Oude Fruitrassen in Noord-Nederland. J.Veel & J.Woltema.
Gieser Wildeman blad
03.09.2009